Dagtocht of overnachting op andere eilanden van de Seychellen
Maar je hoeft niet per se een reis te maken naar een kleine Eiland of er de nacht door te brengen. Zelfs op het hoofdeiland Mahé zijn er al interessante inzichten in de unieke fauna en flora met deels zeer zeldzame soorten in het hooggelegen Morne Seychellois National Park. Het 30 km² grote park beslaat een groot deel van het bergachtige gebied in het noorden en westen van Mahé, met inbegrip van de hoogste berg waarnaar het is genoemd, de 905 meter hoge Morne Seychellois. Het park is toegankelijk via Sans Souci Road: bij Mission Lodge en via de wandelpaden naar Morne Blanc, Copolia en Trois Frères, die allemaal gemerkt en geëtiketteerd zijn.
De Vallée de Mai (Maital) op Praslin is zeer gemakkelijk te voet te verkennen, aangezien de vallei, die wordt doorkruist door een beekje, toegankelijk is via verschillende gemarkeerde paden die zowel korte als langere rondwandelingen mogelijk maken. Bij het betalen van de entreeprijs krijgt men bij de ingang een folder met informatie en routebeschrijvingen en in de winkel voor de ingang staat ook gedetailleerde literatuur.
Een omweg naar Aldabra is veel moeilijker. Reizigers hebben in principe twee mogelijkheden om het atol te bezoeken: op een grotere cruise, die hier een walverlof biedt, of op een kleine cruise vanuit Mahé, bijvoorbeeld met de expeditieschepen Indian Ocean Explorer of Maya's Dugong. De atol bestaat uit vier eilanden, die een lagune van ongeveer 155 km² omsluiten. Omdat het niet geschikt was voor menselijke bewoning is een unieke biotoop grotendeels intact gebleven.
