Het tweede UNESCO werelderfgoed van de Seychellen is de legendarische Vallée de Mai, beheerd door de Seychelles Islands Foundation. In het verleden geloofde men in deze opmerkelijke vallei de echte Hof van Eden te hebben gevonden. In het bedwelmend mooie oerwoud groeien zo'n 6.000 coco-de-mer palmen, die tot de botanische wonderen van de wereld behoren.
De Maitalzoals het zich laat vertalen in het Duits, ligt in het hart van Praslin - het op één na grootste eiland van de Seychellen.
Het 19,5 ha grote park staat sinds 1983 op de Werelderfgoedlijst.
Hier vindt u veel inheemse planten zoals de beroemde Coco de Mer.
Er bestaan verschillende mythen over deze palmbomen. De bomen komen oorspronkelijk voor op slechts 2 eilanden van de Seychellen - Praslin en Curieuse, met de grootste dichtheid in het park.
De Coco de Mer zijn van verschillend geslacht en de vrouwelijke palmen produceren het grootste en zwaarste zaad ter wereld.
Met een beetje geluk ziet u ook de zeldzame "Kato Noir" - de zwarte Seychelse papegaai die uitsluitend op het eiland Praslin voorkomt.
In de Vallée de Mai zijn er verschillende paden die met elkaar gecombineerd kunnen worden. Aan de kassa krijgt u een brochure met een beschrijving van de routes en de flora en fauna.
De vallei telt zes inheemse palmsoorten en vele andere inheemse bomen, en is ook het laatste overgebleven leefgebied van de bedreigde zwarte papegaai.